You can not select more than 25 topics Topics must start with a letter or number, can include dashes ('-') and can be up to 35 characters long.
tde-i18n/tde-i18n-nl/docs/tdewebdev/quanta/quanta-projects.docbook

537 lines
22 KiB

<?xml version="1.0" encoding="UTF-8" ?>
<sect1 id="quanta-projects-3-2">
<sect1info>
<title>Projecten</title>
<authorgroup>
<author><firstname>Robert</firstname> <surname>Nickel</surname> <affiliation> <address><email>robert@artnickel.com</email></address>
</affiliation>
</author>
<author><firstname>Andr&#225;s</firstname> <surname>Mantia</surname> <affiliation> <address><email>amantia@kde.org</email></address>
</affiliation>
</author>
<othercredit role="reviewer"><firstname>Christopher</firstname> <surname>Hornbaker</surname> <affiliation> <address><email>chrishornbaker@earthlink.net</email></address>
</affiliation>
<contrib>Controle</contrib>
</othercredit>
<othercredit role="reviewer"><firstname>Fabrice</firstname> <surname>Mous</surname> <affiliation> <address><email>fabrice@kde.nl</email></address>
</affiliation>
<contrib>Controle</contrib>
</othercredit>
&Sander.Koning;&Tom.Albers;
</authorgroup>
</sect1info>
<title>Projecten</title>
<sect2 id="create-new-project-3-2">
<title>Nieuwe projecten</title>
<para>De &quantaplus; projectassistent (<menuchoice><guimenu>Project</guimenu> <guimenuitem>Nieuw project...</guimenuitem></menuchoice>) maakt het aanmaken van projecten eenvoudig. </para>
<mediaobject>
<imageobject>
<imagedata format="PNG" fileref="project-1.png"/>
</imageobject>
<caption><para>De projectassistent.</para></caption>
</mediaobject>
<para>De velden zijn redelijk zelfverklarend. U kunt ze het handigste van boven naar onder invullen. Het invullen van een projectnaam zorgt ervoor dat de mapstructuur voor de rest van het project automatisch ingevuld wordt. Alle paden en auteursinformatie kunnen later ingesteld worden met <menuchoice> <shortcut> <keycombo action="simul">&Shift;<keycap>F7</keycap></keycombo> </shortcut> <guimenu>Project</guimenu> <guimenuitem> Projecteigenschappen</guimenuitem></menuchoice>. </para>
<variablelist>
<title>Algemene projectinstellingen</title>
<varlistentry>
<term><guilabel>Naam</guilabel></term>
<listitem>
<para>Hier vult u de naam van uw project in. We nemen hier als voorbeeld <quote><literal>foo</literal></quote>. Wanneer u <guilabel>Naam</guilabel> invult, wordt <guilabel>Bestand</guilabel> automatisch ingevuld. </para>
</listitem>
</varlistentry>
<varlistentry>
<term><guilabel>Bestand</guilabel></term>
<listitem>
<para>Dit is de naam van uw &quantaplus;-projectbestand. Normaal gesproken is dit de naam van uw project, in kleine letters en zonder spaties. Verder wordt de extensie <literal role="extension">webprj</literal> aan de naam toegevoegd (&eg; <filename>foo.webprj</filename>). Dit bestand wordt opgeslagen in de hoofdmap van uw project. </para>
</listitem>
</varlistentry>
</variablelist>
<variablelist>
<varlistentry>
<term>Serverinstellingen</term>
<listitem>
<variablelist>
<varlistentry>
<term><guilabel>Protocol</guilabel></term>
<listitem>
<para>Hier kiest u het protocol dat u gebruikt om uw project te benaderen. Als uw project zich op dezelfde machine bevindt als waar u Quanta Plus gebruikt, laat u de instelling op Lokaal staan. De lijst van protocollen is afhankelijk van hoe uw systeem ingesteld is, maar beschikbaar zijn onder andere SSH, FTP, NFS, SMB en WebDAV. De lijst wordt ingevuld door &kde;'s krachtige KIOSlave-architectuur. Dit werkraam biedt elke &kde;-toepassing eenvoudig toegang tot externe informatie als ware die opgeslagen op de lokale machine. </para>
</listitem>
</varlistentry>
<varlistentry>
<term><guilabel>Host</guilabel></term>
<listitem>
<para>Hier vult u het adres in van de machine die u wilt benaderen, tenzij u met het protocol Lokaal werkt. Hier kan een hostnaam (host.voorbeeld.com) of een IP-adres (127.0.0.1) ingevuld worden. </para>
</listitem>
</varlistentry>
<varlistentry>
<term><guilabel>Gebruiker</guilabel></term>
<listitem>
<para>De gebruikersnaam om u aan te melden op de server. Dit veld is hoofdlettergevoelig. </para>
</listitem>
</varlistentry>
<varlistentry>
<term><guilabel>Wachtwoord</guilabel></term>
<listitem>
<para>Het wachtwoord voor het aanmelden. Dit veld is hoofdlettergevoelig. </para>
</listitem>
</varlistentry>
<varlistentry>
<term><guilabel>Poort</guilabel></term>
<listitem>
<para>Laat dit veld leeg om de standaardpoort voor het gebruikte protocol te gebruiken. Verander dit als uw serverinstellingen dat vereisen. </para>
</listitem>
</varlistentry>
</variablelist>
</listitem>
</varlistentry>
</variablelist>
<variablelist>
<varlistentry>
<term>Mapinstellingen</term>
<listitem>
<variablelist>
<varlistentry>
<term><guilabel>Hoofdmap</guilabel></term>
<listitem>
<para>Dit is de hoofdmap waarin alle projectbestanden en -mappen opgeslagen worden. </para>
</listitem>
</varlistentry>
<varlistentry>
<term><guilabel>Sjablonenmap</guilabel></term>
<listitem>
<para>Dit is de map waarin de sjablonen voor dit project worden opgeslagen. Dit is een relatief pad ten opzichte van het project en standaard wijst dit naar <filename class="directory">templates</filename>. Als u een gemeenschappelijke verzameling bestanden hebt die u voor meerdere projecten gebruikt, kan het nuttig zijn om dit veld daarnaartoe te laten wijzen, in plaats van naar de standaard. </para>
</listitem>
</varlistentry>
<varlistentry>
<term><guilabel>Werkbalkenmap</guilabel></term>
<listitem>
<para>Dit is de map waarin de werkbalken voor dit project worden opgeslagen. Dit is een relatief pad ten opzichte van het project en wijst standaard naar <filename>toolbars</filename>. Als u een standaardset werkbalken heeft die u voor een aantal projecten gebruikt, is het wellicht handig om dit veld daarheen te laten verwijzen in plaats van naar de standaard. </para>
</listitem>
</varlistentry>
</variablelist>
</listitem>
</varlistentry>
</variablelist>
<variablelist>
<varlistentry>
<term>Projectbronnen</term>
<listitem>
<variablelist>
<varlistentry>
<term><guilabel>Lokale of externe bestanden toevoegen</guilabel></term>
<listitem>
<para>Hiermee kunt u bestanden uit uw lokale bestandssysteem toevoegen. U kunt meerdere bestanden of zelfs gehele mappen kiezen. </para>
</listitem>
</varlistentry>
<varlistentry>
<term><guilabel>Wget gebruiken om bestanden te downloaden vanaf een site</guilabel></term>
<listitem>
<para>Deze optie is nuttig als u statische webgegevens heeft die u wilt downloaden en aanpassen. Voor server-side scripting (&eg; &PHP;, Python, &etc;) zult u de bestanden op een andere manier moeten verkrijgen. </para>
</listitem>
</varlistentry>
</variablelist>
</listitem>
</varlistentry>
</variablelist>
<variablelist>
<title>Bestanden in project invoegen</title>
<varlistentry>
<term><guilabel>Bestanden invoegen van</guilabel></term>
<listitem>
<para>Schakel dit veld in als u bestanden wilt invoegen die zich in de hoofdmap van uw project bevinden. Laat dit uitgeschakeld als u uw project vanaf de grond wilt opbouwen. </para>
</listitem>
</varlistentry>
<varlistentry>
<term>Filters</term>
<listitem>
<variablelist>
<varlistentry>
<term><guilabel>Alleen opmaak-, script- en afbeeldingbestanden invoegen</guilabel></term>
<listitem>
<para>Kies deze optie om alleen opmaak-, script- en afbeeldingsbestanden in uw project in te voegen. </para>
</listitem>
</varlistentry>
<varlistentry>
<term><guilabel>Bestanden met het volgende masker invoegen:</guilabel></term>
<listitem>
<para>Kies deze optie om alle bestanden en mappen in de hoofdmap van het project weer te geven en een specifiekere keuze te maken. </para>
</listitem>
</varlistentry>
</variablelist>
</listitem>
</varlistentry>
<varlistentry>
<term><guilabel>Ingesloten bestanden</guilabel></term>
<listitem>
<para>Dit geeft een lijst met bestanden in de projecthoofdmap weer. U kunt de gewenste bestanden kiezen die u wilt invoegen door deze te selecteren. Deselecteer een bestand om het niet in uw project in te voegen. </para>
</listitem>
</varlistentry>
</variablelist>
<variablelist>
<title>Meer projectinstellingen</title>
<varlistentry>
<term><guilabel>Auteur</guilabel></term>
<listitem>
<para>Voer hier uw naam of alias in. </para>
</listitem>
</varlistentry>
<varlistentry>
<term><guilabel>E-mail</guilabel></term>
<listitem>
<para>Het adres waar u e-mailberichten over dit project wilt ontvangen. </para>
</listitem>
</varlistentry>
<varlistentry>
<term>Standaardinstellingen project</term>
<listitem>
<variablelist>
<varlistentry>
<term><guilabel>Standaard DTD</guilabel></term>
<listitem>
<para>Kies de opmaaktaal waarmee u het meeste binnen dit project zult werken. </para>
</listitem>
</varlistentry>
<varlistentry>
<term><guilabel>Standaardcodering</guilabel></term>
<listitem>
<para>Kies de tekensetcodering waarmee u de bestanden in uw project wilt openen en opslaan. </para>
</listitem>
</varlistentry>
</variablelist>
</listitem>
</varlistentry>
<varlistentry>
<term><guilabel>Voorbeeldprefix gebruiken</guilabel></term>
<listitem>
<para>Hiermee kunt u een prefix voor uw voorbeeldweergaven gebruiken. U kunt een andere map dan een op uw lokale bestandssysteem invoeren. Hiermee kunt u pagina's met dynamische inhoud die door een server verwerkt moeten worden (&PHP;, <acronym>JSS</acronym>, Python &etc;) handig bewerken. Voer het eerste deel van het adres zoals dat op de server gebruikt wordt in, en het laatste deel van het bestandspad wordt aangevuld door &quantaplus;. Bijvoorbeeld: als u het domein <literal>foo.bar.com</literal> heeft, en u het bestand <filename>index.html</filename> aan het bewerken bent, kunt u dit op de externe machine (<systemitem>foo.bar.com</systemitem>) bewerken, uploaden naar de server en <keycap>F6</keycap> drukken om de resultaten op <systemitem>www.bar.com</systemitem> te zien in plaats van die op uw lokale bestandssysteem. </para>
<variablelist>
<varlistentry>
<term><guilabel>Prefix</guilabel></term>
<listitem>
<para>Voer hier het prefix (voorvoegsel) in dat u wilt gebruiken. </para>
</listitem>
</varlistentry>
</variablelist>
</listitem>
</varlistentry>
<varlistentry>
<term><guilabel>Globale sjablonen invoegen</guilabel></term>
<listitem>
<para>Dit maakt een kopie van uw globale sjablonen binnen de mapstructuur van het project. </para>
</listitem>
</varlistentry>
<varlistentry>
<term><guilabel>Lokale sjablonen invoegen</guilabel></term>
<listitem>
<para>Dit maakt een kopie van de lokale sjablonen in de mapstructuur van uw project. </para>
</listitem>
</varlistentry>
</variablelist>
<para>Het laatste scherm van de projectassistent bevat 3 instellingen die uw leven gemakkelijker kunnen maken. Deze instellingen kunt u wijzigen via de menuboomstructuur <menuchoice><guimenu>Project</guimenu> <guimenuitem>Projecteigenschappen</guimenuitem></menuchoice> op de tab Profielen uploaden of met de sneltoets <keycombo action="simul"> &Shift;<keycap>F7</keycap></keycombo>. </para>
</sect2>
<sect2 id="configuring-projects-3-2">
<title>Projecten instellen</title>
<para>Het dialoogvenster voor projecteigenschappen ziet er als volgt uit: <mediaobject>
<imageobject>
<imagedata fileref="project-properties.png" format="PNG"/>
</imageobject>
<caption><para>De pagina "Algemene opties"</para></caption>
</mediaobject>
</para>
<para>Sommige items zijn hetzelfde als in de projectassistent en worden beschreven in <xref linkend="create-new-project-3-2"/>. De extra items worden hieronder beschreven. <variablelist>
<title>Algemene projectinstellingen</title>
<varlistentry>
<term><guilabel>Van project uitsluiten</guilabel></term>
<listitem>
<para>Een lijst bestanden (jokertekens kunnen gebruikt worden) die genegeerd moeten worden als u project-gerelateerde operaties doet als <guimenuitem>Projectmap opnieuw inlezen</guimenuitem>. </para>
</listitem>
</varlistentry>
<varlistentry>
<term><guilabel>Bestanden genoemd in .cvsignore uitsluiten</guilabel></term>
<listitem>
<para>Een aanvullende optie aan de bovengenoemde, sluit ook bestanden die in het bestand .cvsignore genoemd worden uit van het project. </para>
</listitem>
</varlistentry>
<varlistentry>
<term><guilabel>Standaardweergave</guilabel></term>
<listitem>
<para>De projectweergave die geladen wordt als het project geopend wordt. U kunt meer over projectweergaven lezen in <xref linkend="project-views-3-2"/>. </para>
</listitem>
</varlistentry>
<varlistentry>
<term><guilabel>Debugger</guilabel></term>
<listitem>
<para>Kies de debugger die u wilt gebruiken. Op het moment wordt alleen Gubed ondersteund. U kunt meer informatie over Gubed vinden op <ulink url="http://gubed.sourceforge.net"></ulink>. De debugger-plugin kan ingesteld worden met de knop <guilabel>Opties</guilabel>. Lees <xref linkend="debugging-3-2"/> om meer over debugging te leren. </para>
</listitem>
</varlistentry>
<varlistentry>
<term><guilabel>Standaardweergave</guilabel></term>
<listitem>
<para>De projectweergave die geladen wordt als het project geopend wordt. U kunt meer over projectweergaven lezen in <xref linkend="project-views-3-2"/>. </para>
</listitem>
</varlistentry>
</variablelist>
</para>
<para>Op de pagina <guilabel>Uploadprofielen</guilabel> kunt u de uploadprofielen instellen (zie <xref linkend="upload-profiles"/>) en de weergave van een boomstructuur met de inhoud van de server voor elk profiel inschakelen door het keuzevakje <guilabel>Boomstructuur tonen voor elk profiel</guilabel> in te schakelen. </para>
<para>Op de pagina <guilabel>Teaminstellingen</guilabel> kunt u projectleden toevoegen, wijzigen en verwijderen en een mailinglijst definiëren. Lees <xref linkend="team-members"/> voor details. </para>
<para>Op de pagina <guilabel>Gebeurtenis-instellingen</guilabel> kunt u <guilabel>Gebeurtenisacties inschakelen</guilabel> en deze acties toevoegen, wijzigen en verwijderen. Gebeurtenisacties worden uitgevoerd als een vooraf ingestelde gebeurtenis optreedt, zoals het opslaan van een bestand. Zie <xref linkend="event-actions"/> voor details. </para>
</sect2>
<sect2 id="using-projects-3-2">
<title>Projecten gebruiken</title>
<sect3 id="project-files-3-2">
<title>Projectbestanden</title>
<para>Standaard opent &quantaplus; het laatst gebruikte project bij het opstarten. Op het moment kunt u dit niet wijzigen. </para>
<para>Om een ander project te openen, kiest u <guimenuitem>Project openen...</guimenuitem> uit het menu <guimenu>Project</guimenu> of het pictogram <guiicon>Project openen</guiicon> op de werkbalk. Het dialoogvenster project openen verschijnt en u kunt het project kiezen dat u wilt openen. Projecten hebben de extensie <literal role="extension">webprj</literal>. </para>
<para>Als u &quantaplus; afsluit wordt uw projectbestand automatisch opgeslagen. Als er bestanden gewijzigd zijn zal &quantaplus; u vragen om deze op te slaan. Ditzelfde gebeurd als u een nieuw project opent. </para>
</sect3>
<sect3 id="project-tree-view-3-2">
<title>De projectboomstructuur-weergave</title>
<para>De projectboomstructuur-weergave geeft u gemakkelijk toegang tot de bestanden in uw project. Hier kunt u de bestanden in het huidige project beheren. </para>
<para>Bij bestanden krijgt u door met de &RMB; te klikken het volgende menu:</para>
<mediaobject>
<imageobject>
<imagedata fileref="project-tree-view-file-rmb-menu.png" format="PNG"/>
</imageobject>
</mediaobject>
<para>Deze items zijn zelfverklarend en het wordt aan de lezer overgelaten om deze te verkennen. </para>
<para>Bij mappen verkrijgt u een soortgelijk menu, maar zonder de items<guimenuitem>Openen</guimenuitem> en <guimenuitem>Openen met...</guimenuitem>: </para>
<mediaobject>
<imageobject>
<imagedata fileref="project-tree-view-dir-rmb-menu.png" format="PNG"/>
</imageobject>
</mediaobject>
<para>Deze items worden ook ter verkenning aan de lezer overgelaten. </para>
</sect3>
<sect3 id="upload-project-3-2">
<title>Projecten uploaden</title>
<para>Het dialoogvenster Project uploaden: </para>
<mediaobject>
<imageobject>
<imagedata fileref="project-upload-dialog.png" format="PNG"/>
</imageobject>
<caption><para>Het dialoogvenster Project uploaden.</para></caption>
</mediaobject>
<variablelist>
<varlistentry>
<term><guilabel>Profielnaam</guilabel></term>
<listitem>
<para>Hier kunt u diverse <link linkend="upload-profiles">profielen</link> kiezen. Het profiel bevat informatie over waar de ge-uploade bestanden geplaatst moeten worden. Zie ook <xref linkend="upload-profiles"/>. </para>
</listitem>
</varlistentry>
<varlistentry>
<term><guibutton>Nieuw</guibutton></term>
<listitem>
<para>Met deze knop kunt u een nieuw uploadprofiel maken. </para>
</listitem>
</varlistentry>
<varlistentry>
<term><guibutton>Bewerken</guibutton></term>
<listitem>
<para>Met deze knop kunt u het huidig geselecteerde uploadprofiel bewerken. </para>
</listitem>
</varlistentry>
<varlistentry>
<term><guibutton>Verwijderen</guibutton></term>
<listitem>
<para>Hiermee kunt u het huidige profiel verwijderen. Als er slechts één profiel aanwezig is, is de knop uitgegrijsd zodat u dat niet kunt verwijderen. </para>
</listitem>
</varlistentry>
<varlistentry>
<term><guilabel>Wachtwoorden onthouden in geheugen</guilabel></term>
<listitem>
<para>Het wachtwoord wordt onthouden in het geheugen en wordt verwijderd zodra het programma wordt afgesloten. Deze optie is nuttig als u frequent bestanden wilt uploaden en u niet de onveiligere optie <quote>Wachtwoord op schijf opslaan</quote> wilt gebruiken. </para>
</listitem>
</varlistentry>
<varlistentry>
<term><guibutton>Alle</guibutton></term>
<listitem>
<para>Alle bestanden in uw project uploaden. </para>
</listitem>
</varlistentry>
<varlistentry>
<term><guibutton>Gewijzigd</guibutton></term>
<listitem>
<para>Alle gewijzigde bestanden uploaden. </para>
</listitem>
</varlistentry>
<varlistentry>
<term><guibutton>Geen</guibutton></term>
<listitem>
<para>Deselecteert alle bestanden in de lijst. </para>
</listitem>
</varlistentry>
<varlistentry>
<term><guibutton>Omkeren</guibutton></term>
<listitem>
<para>Selecteert/deselecteert alle bestanden in de lijst. </para>
</listitem>
</varlistentry>
<varlistentry>
<term><guibutton>Alles uitvouwen</guibutton></term>
<listitem>
<para>Vouwt alle mappen uit. </para>
</listitem>
</varlistentry>
<varlistentry>
<term><guibutton>Alles invouwen</guibutton></term>
<listitem>
<para>Vouwt alle mappen in. </para>
</listitem>
</varlistentry>
<varlistentry>
<term><guibutton>Alles bijwerken</guibutton></term>
<listitem>
<para>Ververst de lijst. </para>
</listitem>
</varlistentry>
<varlistentry>
<term><guibutton>Doorgaan </guibutton></term>
<listitem>
<para>Start het uploaden. </para>
</listitem>
</varlistentry>
<varlistentry>
<term><guibutton>Annuleren</guibutton></term>
<listitem>
<para>Dit annuleert de overdracht of sluit het dialoogvenster als het uploaden nog niet is begonnen. </para>
</listitem>
</varlistentry>
</variablelist>
</sect3>
<sect3 id="upload-profiles">
<title>Uploadprofielen</title>
<para>Met &quantaplus; kunt u meerdere uploadprofielen definiëren en op deze manier (delen van) uw project naar verschillende servers uploaden. Als u een profiel aanmaakt of bewerkt ziet u het volgende dialoogvenster: <mediaobject> <imageobject>
<imagedata fileref="edit-upload-profile.png" format="PNG"/>
</imageobject>
</mediaobject>
</para>
<variablelist>
<varlistentry>
<term><guilabel>Profielnaam</guilabel></term>
<listitem>
<para>Voer hier de naam in die u aan uw profiel wilt geven.</para>
</listitem>
</varlistentry>
<varlistentry>
<term><guilabel>Host</guilabel></term>
<listitem>
<para>Dit is de hostnaam van de server waar u uw bestanden naartoe kopieert. Vul een volledige domeinnaam of een IP-adres in. </para>
</listitem>
</varlistentry>
<varlistentry>
<term><guilabel>Protocol</guilabel></term>
<listitem>
<para>Het overdrachtsprotocol dat u voor de upload wilt gebruiken. Deze lijst bevat waarschijnlijk minstens &FTP;, bestand (&ie; lokaal) en <acronym>NFS</acronym>, de rest is afhankelijk van de versie van &kde; die u gebruikt. </para>
</listitem>
</varlistentry>
<varlistentry>
<term><guilabel>Poort</guilabel></term>
<listitem>
<para>Poort voor de overdracht. Dit hoeft normaal gesproken niet veranderd te worden tenzij uw netwerkbeheerder een service op een andere poort draait dan gebruikelijk is. </para>
</listitem>
</varlistentry>
<varlistentry>
<term><guilabel>Gebruiker</guilabel></term>
<listitem>
<para>Gebruikersnaam voor de authenticatie. </para>
</listitem>
</varlistentry>
<varlistentry>
<term><guilabel>Wachtwoord</guilabel></term>
<listitem>
<para>Wachtwoord voor de authenticatie. </para>
</listitem>
</varlistentry>
<varlistentry>
<term><guilabel>Wachtwoord op schijf opslaan</guilabel></term>
<listitem>
<para>Afhankelijk van uw paranoia-niveau is dit een tijdsbesparende optie of een gevaar. Gebruik deze optie met verstand. Het wachtwoord wordt op schijf opgeslagen als versleutelde tekst. Het kan dus niet zomaar gelezen worden, maar iemand met programmeerkennis kan het eenvoudig ontcijferen. </para>
</listitem>
</varlistentry>
<varlistentry>
<term><guilabel>Pad</guilabel></term>
<listitem>
<para>Dit is het basispad op de externe host waar u de bestanden naartoe wilt kopiëren. </para>
</listitem>
</varlistentry>
<varlistentry>
<term><guilabel>Als standaardprofiel gebruiken</guilabel></term>
<listitem>
<para>Hiermee kunt u het huidige profiel als standaard instellen. </para>
</listitem>
</varlistentry>
</variablelist>
</sect3>
</sect2>
<sect2 id="project-views-3-2">
<title>Projectweergaven</title>
<para>Een projectweergave is een verzameling bestanden en werkbalken. U kunt meerdere weergaven in een project hebben, dit betekent eenvoudigweg dat u door van weergave te veranderen, een aantal bestanden en werkbalken laadt die de huidige geopende bestanden en werkbalken vervangen. </para>
<para>Weergaven kunnen worden opgeslagen, geopend en verwijderd via het menu <guimenu>Project</guimenu> of de <guilabel>Projectwerkbalk</guilabel> die u kunt bereiken via <menuchoice><guimenu>Instellingen</guimenu><guisubmenu>Werkbalken</guisubmenu><guimenuitem>Projectwerkbalk</guimenuitem></menuchoice>. </para>
<para>U kunt een standaardweergave hebben die wordt geladen als het project geopend wordt. Zie <xref linkend="configuring-projects-3-2"/>. </para>
</sect2>
</sect1>