<para>Dit document beschrijft &tdm;, de Display manager van &kde; Display Manager. &tdm; staat ook wel bekend als het <quote>Aanmeldscherm</quote>.</para>
<para>&tdm; biedt een grafische interface om u bij een systeem aan te melden. Het vraagt om de gebruikersnaam en het wachtwoord, bevestigt de identiteit van de gebruiker en start een <quote>sessie</quote>. &tdm; is op een aantal manieren veel beter dan &xdm;, de X-Display Manager.</para>
<para>Iedere gebruiker gebruikt in het algemeen één enkele vensterbeheerder of bureaubladomgeving en verandert de gemaakte keuze niet al te vaak, of vindt het vrij eenvoudig om een enkel tekstbestand te bewerken om de gemaakte keuze te wijzigen</para>
<para>Dit scenario voldoet voor veel systemen, waar een enkele gebruiker, of verscheidene gebruikers de computer opstarten en in de bureaubladomgeving van hun keuze werken.</para>
<para>Voeg een regel toe, als deze er nog niet is, aan het bestand <filename>~/.xinitrc</filename> om de vensterbeheerder of bureaubladomgeving van uw keuze te starten.</para>
<para>Voor &kde; moet u het volgende intypen:</para>
<screen><userinput>starttde</userinput></screen>
<para>Voor andere vensterbeheerders of bureaubladomgevingen kunt u het beste de betreffende documentatie raadplegen voor het juiste commando.</para>
<para>Wanneer u nu <userinput><command>startx</command></userinput> op de commandoregel intypt, moet X opstarten met een &kde;-sessie. De volgende taak is: &tdm; uitproberen.</para>
<para>Als <systemitem class="username">root</systemitem> typt u <userinput><command>tdm</command></userinput> op de commandoregel.</para>
<para>U moet nu een aanmeldvenster zien, dit venster wordt uitgebreider beschreven in het gedeelte <xref linkend="login"/>.</para>
<para>Typ uw gewone gebruikersnaam en uw wachtwoord in de daarvoor bestemde velden en laat het sessietype <option>standaard</option> gemarkeerd, er wordt nu een &kde;-sessie voor uw gebruiker geopend.</para>
<para>Als u nog voor meer gebruikers moet configureren, herhaalt u de procedure voor iedere gebruiker.</para>
<para>Deze korte uitleg is genoeg om u op weg te helpen. U wilt waarschijnlijk &tdm; verder aanpassen, bijvoorbeeld de namen van de systeem-accounts verbergen, meer sessies toestaan, enzovoort. Verderop in deze handleiding kunt u lezen hoe u dit soort zaken moet doen.</para>
<para>(Optioneel) een grafische afbeelding van elke gebruiker (bijvoorbeeld een digitale foto). Klikken op een afbeelding staat gelijk aan the typen van de geassocieerde gebruikersnaam in het veld <guilabel>Gebruikersnaam:</guilabel>. (Deze optie is een imitatie van de login-box op &IRIX;).</para>
<para>Een keuzelijst <guilabel>Menu</guilabel> zodat &tdm; gebruikt kan worden om sessies met andere vensterbeheerders of bureaubladomgevingen, die op het systeem geïnstalleerd zijn, te starten.</para>
<para>(Optioneel) Links van de velden <guilabel>Gebruikersnaam:</guilabel>, <guilabel>Wachtwoord:</guilabel> en <guilabel>Sessietype:</guilabel>, velden om of een statische afbeelding of een analoge klok weer te geven.</para>
<para>Een knop <guibutton>Wissen</guibutton> die de tekst in de velden <guilabel>Gebruikersnaam:</guilabel> en <guilabel>Wachtwoord:</guilabel> wist.</para>
<para>(Op lokale displays) Een item <guimenuitem>X-server herstarten</guimenuitem> die de draaiende &X-Server; afsluit, een nieuwe opstart en een nieuw aanmeldscherm weergeeft. Deze optie kunt u gebruiken als het beeld op de een of andere manier vervormd is.</para>
<para>(Op displays op afstand) Een item <guimenuitem>Verbinding verbreken</guimenuitem> dat de verbinding met de &XDMCP;-server verbreekt. Als de verbinding tot stand gekomen is door middel van een zogenaamde host-chooser, wordt deze geopend, in alle andere gevallen wordt de &X-Server; opnieuw gestart en wordt het aanmeldscherm opnieuw geopend.</para>
<para>(Optioneel op lokale displays) A item <guimenuitem>Console-modus</guimenuitem> dat de &X-Server; afsluit en u een commandoregel geeft om u weer aan te melden. &tdm; laat het grafische aanmeldscherm weer zien als niemand zich na een bepaalde tijd heeft aangemeld.</para>
<para>Sluit het systeem af start het weer op. Op systemen die <application>Lilo</application> gebruiken wordt een lijst getond waarin u een bepaalde besturingssysteem-kernel kunt kiezen die voor het herstarten gebruikt moet worden.</para>
<para>Stop de &X-Server; en schakel het systeem naar de console-modus. Dit gebeurt door het systeem op runlevel 3 te zetten. De systeembeheerder zal deze optie bijvoorbeeld gebruiken om X11-software te vernieuwen of opnieuw te configureren.</para>
<para>Klik op <guibutton>OK</guibutton> om de geselecteerde actie uit te voeren, klik op <guibutton>Annuleren</guibutton> om terug te keren naar het hoofdvenster van &tdm;. </para>
<para>In dit hoofdstuk wordt aangenomen dat &tdm; op uw systeem werkt en dat u het alleen gedrag ervan wilt veranderen.</para>
<para>Wanneer &tdm; start, leest het de configuratie uit de map <filename class="directory">$TDEDIR/share/config/tdm/</filename> (afhankelijk van het systeem kan dit ook <filename class="directory">/etc/kde3/tdm/</filename> of nog iets anders zijn).</para>
<para>Het belangrijkste bestand is &tdmrc;;, naar alle andere bestanden wordt vanuit dit bestand verwezen en deze bestanden kunnen onder elke willekeurige naam overal op het systeem opgeslagen zijn - maar in het algemeen is dat vanzelfsprekend niet echt zinvol (één uitzondering kan de verwijzing naar de configuratiebestanden van een geïnstalleerde &xdm; zijn - wanneer er echter een nieuwe &tdm; wordt geïnstalleerd, worden de instellingen uit de configuratiebestanden van de geïnstalleerde &xdm; geïmporteerd).</para>
<para>Omdat &tdm; moet draaien voordat gebruikers zich kunnen aanmelden, is het niet met een bepaalde gebruiker geassocieerd. Daarom is het ook niet mogelijk dat gebruikers eigen configuratiebestanden hebben; voor alle gebruikers gelden de instellingen in de algemene &tdmrc;. Hieruit volgt dat de configuratie van &tdm; alleen gewijzigd kan worden door gebruikers met schrijfrechten voor <filename>$<envar>TDEDIR</envar>/share/config/tdm/tdmrc</filename> (gewoonlijk beperkt tot systeembeheerders die aangemeld zijn als <systemitem class="username">root</systemitem>).</para>
<para>U kunt het bestand &tdmrc; dat door het systeem gebruikt wordt bekijken en u kunt &tdm; configureren door dit bestand te bewerken. Hiervoor kunt u ook het grafische hulpmiddel van het &kcontrolcenter; gebruiken (kies <menuchoice> <guisubmenu>Systeembeheer</guisubmenu> <guimenuitem>Aanmeldscherm</guimenuitem></menuchoice>), een beschrijving hiervan kunt u vinden in <ulink url="help:/kcontrol/login-manager.html">de helpbestanden van &kcontrolcenter;</ulink>. </para>
<para>In de rest van dit hoofdstuk wordt de configuratie van &tdm; via het &kcontrolcenter; beschreven. In het <link linkend="tdm-files">volgende hoofdstuk</link> worden de beschikbare opties in &tdmrc; zelf beschreven. Als u alleen voor lokale gebruikers moet configureren, zou de module van &kcontrolcenter; voldoende moeten zijn. Als u aanmeldingen op afstand moet configureren of als u meerdere &tdm;-sessies draait zult u verder moeten lezen.</para>
<title>De module "Aanmeldscherm" in het &kcontrolcenter;</title>
<para>In deze module kunt u &tdm;, het grafische aanmeldscherm van &kde;, configureren. U kunt het uiterlijk wijzigen, bepalen wie er toegang heeft tot het aanmeldscherm en wie het systeem kan uitzetten.</para>
<note><para>Alle instellingen worden in het configuratiebestand &tdmrc; weggeschreven. Het oorspronkelijke bestand bevat heel veel commentaren die u kunnen helpen bij de configuratie van &tdm;. Als u de module van het &kcontrolcenter; gebruikt, worden deze commentaren uit het bestand verwijderd. Alle beschikbare opties in &tdmrc; worden beschreven in <xref linkend="tdm-files"/>.</para>
<para>De opties die in dit hoofdstuk vermeld worden hebben een kruisverwijzing naar hun equivalenten in &tdmrc;. Alle opties die in de module van het &kcontrol; beschikbaar zijn, zijn ook direct beschikbaar in &tdmrc;, maar het omgekeerde is niet altijd waar.</para></note>
<para>Deze module is in verscheidene secties verdeeld om al deze opties te ordenen: <link linkend="tdmconfig-appearance"><guilabel>Uiterlijk</guilabel></link>, <link linkend="tdmconfig-font"><guilabel>Lettertype</guilabel></link>, <link linkend="tdmconfig-background"><guilabel>Achtergrond</guilabel></link>, <link linkend="tdmconfig-shutdown"><guilabel>Afsluiten</guilabel></link>, <link linkend="tdmconfig-users"><guilabel>Gebruikers</guilabel></link> en <link linkend="tdmconfig-convenience"><guilabel>Gemak</guilabel></link>.</para>
<para>U kunt tussen deze secties heen en weer schakelen door op de tabs bovenin het venster te klikken.</para>
<note><para>Als u nu niet als root aangemeld bent, moet u op de knop <guibutton>Systeembeheerdermodus...</guibutton> klikken. U moet dan het root-wachtwoord intypen. Als het wachtwoord correct is, kunt u de instellingen in deze module wijzigen.</para></note>
<para>Op dit tabblad kunt u het uiterlijk van &tdm;, het grafische aanmeldscherm van &kde;'s wijzigen.</para>
<para>De <guilabel>Begroeting:</guilabel> is de titel van het aanmeldscherm. Het is vooral nuttig om deze optie in te stellen als er veel servers zijn waarop gebruikers zich kunnen aanmelden. U kunt diverse plaatshouders gebruiken, deze worden, met het corresponderende sleutelwoord, beschreven bij de optie <link linkend="option-greetstring"><option>GreetString</option></link> in &tdmrc;. </para>
<para>Vervolgens kunt u kiezen om of de huidige systeemtijd, of een logo, of niets te laten weergeven. Maak uw keuze door op een radioknop bij <guilabel>Logogebied:</guilabel> te klikken. Dit correspondeert met <link linkend="option-logoarea"><option>LogoArea</option></link> in &tdmrc;</para>
<para>Als u <guilabel>Logo tonen</guilabel> hebt gekozen, kunt u nu een logo uitkiezen:</para>
<para>Als u geen logo specificeert, wordt het standaardlogo <filename>$<envar>TDEDIR</envar>/share/apps/tdm/pics/kdelogo.xpm</filename> gebruikt.</para>
<para>Gewoonlijk wordt het aanmeldscherm in het midden van het scherm geplaatst. Gebruik de opties bij <guilabel>Positie:</guilabel> als u het op een andere plaats wilt zetten. In de vakjes <guilabel>X:</guilabel> en <guilabel>Y:</guilabel> kunt u de relatieve positie (percentage van de schermgrootte) voor het midden van het aanmeldscherm specificeren, relatief aan de linkerbovenhoek van het scherm. Dit correspondeert met het sleutelwoord <link linkend="option-greeterpos"><option>GreeterPos</option></link> in &tdmrc;.</para>
<para>De &kde;-stijl is afhankelijk van de instellingen die de gebruiker gemaakt heeft; de stijl die door &tdm; gebruikt wordt, kan geconfigureerd worden met de opties <guilabel>GUI-stijl:</guilabel> en <guilabel>Kleurenschema:</guilabel>. Deze opties corresponderen met <link linkend="option-guistyle"><option>GUIStyle</option></link> en <link linkend="option-colorscheme"><option>ColorScheme</option></link> in &tdmrc;.</para>
<para>Hieronder kunt u de taal voor het aanmeldscherm kiezen. Deze optie correspondeert met <option>Language</option> in &tdmrc;.</para>
<para>Op dit tabblad kunt u het lettertype dat in het aanmeldscherm gebruikt wordt wijzigen. In de lijst staan alleen de lettertypen die voor alle gebruikers beschikbaar zijn, geen lettertypen die voor een enkele gebruiker geïnstalleerd zijn.</para>
<para>U kunt drie verschillende stijlen voor het lettertype kiezen (<guilabel>Algemeen:</guilabel>, <guilabel>Foutmelding:</guilabel> en <guilabel>Begroeting:</guilabel>). Als u op de knop <guibutton>Kiezen...</guibutton> klikt, verschijnt er een dialoogvenster waarin u het lettertype en de stijl kunt kiezen.</para>
<para>U kunt het keuzevakje <guilabel>Anti-aliasing gebruiken voor tekst</guilabel> markeren als u rafelige tekst in het aanmeldscherm gladder wilt maken.</para>
<para>Hier kunt u de achtergrond van het bureaublad, dat gebruikt wordt voordat een gebruiker zich aanmeldt, wijzigen. U kunt een enkele kleur of een afbeelding als achtergrond gebruiken. Als u een afbeelding voor de achtergrond kiest, kunt u deze laten centreren; als de afbeelding niet het gehele scherm bedekt, wordt de geselecteerde achtergrondkleur gebruikt om de rest van het scherm in te vullen.</para>
<para>De achtergrondkleuren en effecten kunt u instellen met de opties op het tabblad <guilabel>Achtergrond</guilabel> en u kunt een afbeelding en de positie ervan kiezen op het tabblad <guilabel>Wallpaper</guilabel>.</para>
<para>In de uitvouwlijst boven de kleurknoppen vindt u verscheidene effecten voor de vermenging. Maak een keuze, u kunt een voorbeeld zien in de monitor bovenin het venster. De keuzemogelijkheden zijn:</para>
<listitem><para>Bij deze optie kunt u één kleur kiezen, (gebruik de knop <guibutton>Kleur 1</guibutton>) en de gehele achtergrond wordt met deze kleur bedekt.</para></listitem>
<listitem><para>Bij deze optie kunt u twee kleuren kiezen (gebruik beide kleurknoppen). </para> <para>Klik op <guilabel>Instellen</guilabel> om een patroon te kiezen. Er wordt een nieuw dialoogvenster geopend, waarin u een patroon kunt kiezen. Klik op het patroon van uw keuze en klik daarna op <guilabel>OK</guilabel>, &kde; rendert het patroon door gebruik te maken van de twee gekozen kleuren. Meer informatie over patronen kunt u vinden in <ulink url="help:/kcontrol/background/index.html#bkgnd-patterns">Achtergrond: patronen toevoegen, verwijderen en wijzigen</ulink>.</para></listitem>
<listitem><para>Als u deze optie kiest, kan &kde; een extern programma gebruiken voor de achtergrond gebruiken. Dit kan elk willekeurig programma zijn. Meer informatie over deze optie kunt u vinden in <ulink url="help:/kcontrol/background/index.html#bkgnd-programs">Achtergrond: Een extern programma gebruiken</ulink>.</para></listitem>
<listitem><para>Bij deze optie kiest u twee kleuren (gebruik beide kleurknoppen). &kde; begint met <guilabel>Kleur 1</guilabel> aan de linkerkant van het scherm en verandert deze langzaam in <guilabel>Kleur 2</guilabel> tot de rechterkant van het scherm bereikt is.</para></listitem>
<listitem><para>Bij deze optie kiest u twee kleuren (gebruik beide kleurknoppen). &kde; begint met <guilabel>Kleur 1</guilabel> aan de bovenkant van het scherm en verandert deze langzaam in <guilabel>Kleur 2</guilabel> tot de onderkant van het scherm bereikt is.</para></listitem>
<listitem><para>Bij deze optie kiest u twee kleuren (gebruik beide kleurknoppen). &kde; begint met <guilabel>Kleur 1</guilabel> in de hoeken van het scherm en verandert deze langzaam in <guilabel>Kleur 2</guilabel> tot het midden van het scherm bereikt is.</para></listitem>
<listitem><para>Bij deze optie kiest u twee kleuren (gebruik beide kleurknoppen). &kde; begint met <guilabel>Kleur 1</guilabel> in de hoeken van het scherm en verandert deze langzaam in <guilabel>Kleur 2</guilabel> tot het midden van het scherm bereikt is. De <quote>vorm</quote> van dit kleurverloop is anders dan die van het piramidevormige kleurverloop.</para></listitem>
<listitem><para>Bij deze optie kiest u twee kleuren (gebruik beide kleurknoppen). &kde; begint met <guilabel>Kleur 1</guilabel> in het midden van het scherm en verandert deze langzaam in <guilabel>Kleur 2</guilabel> tot de randen van het scherm bereikt zijn.</para></listitem>
<para>De knop "Instellen" is alleen nodig bij <guilabel>Achtergrondprogramma</guilabel> of <guilabel>Patronen</guilabel>. In die gevallen wordt er een ander dialoogvenster geopend waarin u de instellingen kunt wijzigen.</para>
<para>Om een nieuwe achtergrondafbeelding te kiezen klikt u op het tabblad <guilabel>Achtergrondafbeeldingen</guilabel>. Op dit tabblad kunt u een afbeelding uit de keuzelijst <guilabel>Achtergrondafbeeldingen</guilabel> kiezen. Als u op de knop <guibutton>Bladeren...</guibutton> klikt, verschijnt er een dialoogvenster waarin u een bestand kunt kiezen.</para>
<para>De afbeelding kan op een aantal verschillende manieren weergegeven worden:</para>
<listitem><para>De afbeelding wordt op het scherm gecentreerd. De achtergrondkleuren bedekken de ruimte die niet door de afbeelding bedekt wordt.</para> </listitem>
<listitem><para>De afbeelding wordt gedupliceerd, net zo vaak als nodig is om het gehele scherm te bedekken. De eerste afbeelding wordt in de linkerbovenhoek geplaatst en omlaag en naar rechts gedupliceerd.</para> </listitem>
<listitem><para>De afbeelding wordt gedupliceerd, net zo vaak als nodig is om het gehele scherm te bedekken. De eerste afbeelding wordt in het midden geplaatst en omhoog, omlaag, naar rechts en naar links gedupliceerd.</para> </listitem>
<listitem><para>De afbeelding wordt in het midden van het scherm geplaatst en naar de grootte van het scherm geschaald. De beeldverhouding wordt niet gewijzigd, zodat de afbeelding niet vervormd wordt. </para> </listitem>
<listitem><para><guilabel>Alleen root</guilabel>: &tdm; vereist dat het <systemitem>root</systemitem>-wachtwoord ingetypt wordt voordat de computer afgesloten kan worden.</para></listitem>
<para>U kunt voor <guilabel>Lokaal:</guilabel> en <guilabel>Op afstand:</guilabel> apart instellen wie toestemming heeft om het systeem af te sluiten..</para>
<para><emphasis>Commando's</emphasis></para> <para>Typ het precieze afsluit-commando in deze tekstvelden.</para> <para>Het commando <guilabel>Halt:</guilabel> is standaard <command>/sbin/halt</command>. Het commando <guilabel>Herstarten:</guilabel> is standaard <command>/sbin/reboot</command>.</para>
<para>Als de optie <guilabel>Boot-opties tonen</guilabel> ingeschakeld is, laat &tdm; bij het herstarten de opties voor de lilo-bootmanager zien. Voor een correcte werking van deze functie moet u de juiste paden naar het commando <command>lilo</command> en naar het mapbestand van lilo intypen. Opmerking: deze optie is niet op alle besturingssystemen beschikbaar.</para>
<para>Toont alleen de gebruikers die u in de lijst ernaast hebt gespecificeerd</para>
<para>Als u dit keuzevakje niet markeert, wordt er geen lijst getoond. Dit is de veiligste instelling, omdat een computerkraker dan zowel een geldige gebruikersnaam als een wachtwoord moet raden. Het is ook de beste keuze als er veel gebruikers in de lijst staan, waardoor de lijst nogal omslachtig wordt.</para>
<para>U kunt nu de gebruikers selecteren die <emphasis>niet</emphasis> in de lijst moeten komen, alle andere gebruikers worden wel in de lijst opgenomen.</para>
<para>Onafhankelijk van de gebruikers die u bij naam gespecificeerd hebt, kunt u de <guilabel>UID's van het systeem</guilabel> gebruiken om een bereik van geldige <acronym>UID</acronym>'s te specificeren die in de lijst getoond moeten worden. Standaard worden gebruikers-id's onder de 1000, wat vaak systeem- of daemon-gebruikers zijn, en boven de 65000, niet getoond.</para>
<para>U kunt de optie <guilabel>Gebruikers sorteren</guilabel> inschakelen om de lijst op alfabetische volgorde te sorteren. Als deze optie uitgeschakeld is, wordt de volgorde uit het wachtwoordbestand gebruikt. &tdm; vult gebruikersnamen automatisch aan als u de optie <guilabel>Auto-aanvulling</guilabel> inschakelt.</para>
<para>Als u instelt dat gebruikers getoond worden, laat het aanmeldscherm afbeeldingen (die u eerder geselecteerd hebt) van de gebruikers zien. Om aan te melden kan een gebruiker zijn naam of afbeelding kiezen en het wachtwoord intypen.</para>
<para>Hier kunt u de admin-afbeelding configureren voor iedere gebruiker van het systeem. Afhankelijk van de volgorde die u hierboven gekozen hebt, kunnen gebruikers uw selectie verwerpen.</para>
<para>Als u instelt dat gebruikers niet getoond worden, ziet het aanmeldscherm er wat traditioneler uit. Gebruikers moeten hun naam en wachtwoord intypen om toegang te krijgen. Dit is de manier die de voorkeur heeft als er veel gebruikers op deze terminal zijn.</para>
<para>Op het tabblad <guilabel>Gemak</guilabel> kunt u enkele opties instellen, zoals automatisch aanmelden of wachtwoorden uitschakelen, om het leven van luie mensen wat gemakkelijker te maken,</para>
<important><para>Voordat u deze opties gebruikt, kunt u er beter nog eens goed over nadenken. Elke optie op het tabblad <guilabel>Gemak</guilabel> is uitstekend geschikt om de beveiliging van het systeem te schaden. In de praktijk komt het erop neer dat deze opties alleen in een totaal niet-kritieke omgeving gebruikt kunnen worden, ⪚ een privécomputer thuis (zonder aansluiting op het internet). </para></important>
<para>Automatisch aanmelden geeft iedereen, zonder enige verificatie, toegang tot een bepaalde account op uw systeem. U kunt dit instellen met de optie <guilabel>Automatisch aanmelden activeren</guilabel>.</para>
<title><guilabel>Aanmelden zonder wachtwoord</guilabel></title>
<para>met deze optie kunt u bepaalde gebruikers toestemming geven om zich zonder een wachtwoord aan te melden. U kunt dit inschakelen bij <guilabel>Aanmelden zonder wachtwoord activeren</guilabel>.</para>
<para>Onder deze optie staat een lijst van de gebruikers. Markeer het keuzevakje naast de gebruikersnaam om deze optie voor die gebruiker te activeren. Standaard is dit voor alle gebruikers uitgeschakeld.</para>
<important><para>Ook hier geldt weer dat deze optie alleen in een veilige omgeving gebruikt kan worden. Als u de optie op een publiek systeem inschakelt, zorg er dan voor dat alleen gebruikers met zeer beperkte rechten, ⪚ <systemitem>guest</systemitem>, zich zonder wachtwoord kunnen aanmelden.</para></important>
<para>U kunt ook instellen welke gebruiker al <quote>voorgeselecteerd</quote> is wanneer &tdm; start. De standaard is <guilabel>Geen</guilabel>, maar u kunt <guilabel>Vorige</guilabel> kiezen, &tdm; selecteert dan de gebruiker die zich als laatste succesvol heeft aangemeld. U kunt een bepaalde gebruiker die altijd geselecteerd wordt <guilabel>Specificeren</guilabel>. U kunt ook instellen dat &tdm; de focus in het tekstvak "Wachtwoord" plaatst, zodat na het verschijnen van het aanmeldscherm, het wachtwoord direct ingetypt kan worden.</para>
<para>Met de optie <guilabel>Opnieuw aanmelden wanneer de X-server onverwacht wordt beëindigd</guilabel> kunt u de verificatie overslaan na een crash van de X-server.</para>
<para>In dit hoofdstuk wordt aangenomen dat uw systeem geconfigureerd is om &X-Window; te draaien en dat u alleen iets moet wijzigen om grafisch aanmelden mogelijk te maken.</para>
<para>Het standaard runlevel bepaalt of uw systeem na het opstarten een tekstscherm (console-modus) of een grafisch aanmeldscherm weergeeft. Het runlevel wordt ingesteld door het programma <application> <ulink url="man:init"> /sbin/init</ulink></application> en beheerd door het configuratiebestand <filename>/etc/inittab</filename>. De standaard runlevels, die door de verschillende &UNIX;-systemen (en verschillende &Linux;-distributies) gebruikt worden, variëren, maar als u in het bestand <filename>/etc/inittab</filename> kijkt, moet het begin er ongeveer zo uitzien:</para>
<screen># Default runlevel. The runlevels used by RHS are:
<para>Alle regels in dit stukje, behalve de laatste, zijn commentaren. De commentaren laten zien dat runlevel 5 gebruikt wordt voor X11 en dat runlevel 3 voor multi-gebruiker-modus zonder X11 (console-modus) gebruikt wordt. De laatster regel specificeert dat het standaard runlevel van het systeem 3 is (console-modus). Als uw systeem een grafisch aanmeldscherm gebruikt (bijvoorbeeld &xdm;) zal het standaard runlevel overeenkomen met het runlevel dat voor X11 is gespecificeerd.</para>
<para>Voordat u het systeem gaat configureren moet u er zeker van zijn dat u &tdm; vanaf de commandoregel kunt starten. Zodra dit goed werkt, kunt u de configuratie van het systeem wijzigen, zodat &tdm; automatisch start wanneer u de computer opstart.</para>
<para>Om &tdm; te testen moet u eerst het systeem op een runlevel zetten dat geen &xdm; draait. Typ hiervoor het volgende commando:</para>
<para>Voor het cijfer <option>3</option> moet u het juiste runlevel voor de console-modus op uw systeem specificeren.</para>
<para>Als uw systeem Pluggable Authentication Modules (<abbrev>PAM</abbrev>) gebruikt, wat bij recente &Linux;- en &Solaris;-systemen standaard is, moet u controleren of de <abbrev>PAM</abbrev>-configuratie aanmelden door middel van <literal>kde</literal> toestaat. Als u eerder zonder problemen met &xdm; kon werken, hoeft u geen wijzigingen in de <abbrev>PAM</abbrev>-configuratie te maken om &tdm; te kunnen gebruiken. (<filename>/etc/pam.conf</filename> of <filename>/etc/pam.d/kde</filename>.) Informatie over het configureren van <abbrev>PAM</abbrev> valt buiten het bereik van dit handboek, maar <abbrev>PAM</abbrev> beschikt zelf over uitgebreide documentatie (zoek naar <filename>/usr/share/doc/*pam*/html/</filename>).</para>
<para>Nu wordt het tijd om &tdm; te testen door het volgende commando te typen:</para>
<para>Als er een &tdm;-aanmeldscherm verschijnt en als het aanmelden goed gaat is alles in orde. Het belangrijkste dat hier fout kan gaan, is dat de run-time-linker de gedeelde &Qt;- of &kde;-bibliotheken niet kan vinden. Als u een binaire distributie van de &kde;-bibliotheken hebt, moet u controleren of &tdm; op dezelfde plaats geïnstalleerd is waar &kde; volgend de bibliotheken te vinden is. Probeer de omgevingsvariabelen in te stellen zodat deze naar de &kde;- en &Qt;-bibliotheken verwijzen.</para>
<para>Als het nog steeds niet werkt, probeer dan &xdm; te starten om te controleren of de fout niet bij een ernstiger probleem in de X-configuratie zit.</para>
<para>Wanneer u &tdm; zonder problemen kunt starten, kunt u &xdm; door &tdm; vervangen. De methode is weer afhankelijk van de distributie die u gebruikt.</para>
<para>Dit laat <command>init</command>(8) weten dat &tdm; opnieuw gestart moet worden wanneer het systeem op runlevel 5 is. Opmerking: &tdm; heeft de optie <option>-nodaemon</option> niet nodig.</para>
<para>Voor &Mandrake;: het X11-runlevel in <filename>/etc/inittab</filename> roept het shell-script <filename>/etc/X11/prefdm</filename> aan, dat ingesteld is om uit verscheidene display-managers, waaronder &tdm;, te kiezen. Controleer of alle paden correct zijn.</para>
<para>Voor het cijfer <option>5</option> moet u het juiste runlevel om X11 op uw systeem te draaien specificeren.</para>
<para>De laatste stap: het bewerken van het item <parameter>initdefault</parameter> in het bestand <filename>/etc/inittab</filename> om het juiste runlevel voor X11 te specificeren.</para>
<warning><para>Zorg, voordat u dit verandert, dat u het systeem kunt opstarten als er iets fout gaat. U kunt bijvoorbeeld een <quote>rescue</quote> floppy-disk gebruiken die door uw distributie meegeleverd wordt of een speciaal daarvoor ontworpen <quote>rescue</quote> floppy-disk, zoals <literal>tomsrtbt</literal>. U kunt deze raad natuurlijk in de wind slaan, het risico is dan geheel voor u.</para></warning>
<para>Voor de meeste systemen geldt: u verandert de regel:</para>
<screen>id:3:initdefault:</screen>
<para>in</para>
<screen>id:5:initdefault:</screen>
<para>Als u nu het systeem opstart, moet u het grafische aanmeldscherm van &tdm; zien.</para>
<para>Als deze stap niet werkt, is het probleem waarschijnlijk dat de omgeving die tijdens het opstarten gebruikt wordt, anders is dan de omgeving die u hebt gebruikt om op de commandoregel te testen. Als u twee versies van &kde; naast elkaar gebruikt, controleer dan of de instellingen voor de omgevingsvariabelen <envar>PATH</envar> en <envar>LD_LIBRARY_PATH</envar> consistent zijn, en dat de startup-scripts de instellingen niet op de één of andere manier vervangen door andere.</para>
<para>&tdm; detecteert de meeste vensterbeheerders en bureaubladomgevingen. Als u een nieuwe installeert, zou deze automatisch beschikbaar moeten zijn in het dialoogvenster <guilabel>Sessietype:</guilabel> van &tdm;.</para>
<para>Als u een erg nieuwe vensterbeheerder hebt of iets dat niet door &tdm; ondersteund wordt, moet u eerst controleren of de bewuste toepassing in het <envar>PATH</envar> staat en dat het niet tijdens de installatie hernoemd is.</para>
<para>Als de toepassing te nieuw is en nog niet door &tdm; wordt ondersteund, kunt u eenvoudig een nieuwe sessie toevoegen.</para>
<para>De sessies worden in <firstterm>.desktop</firstterm>-bestanden in <filename class="directory">$<envar>TDEDIR</envar>/share/apps/tdm/sessions</filename> gedefinieerd. U kunt eenvoudig een <literal role="extension">.desktop</literal>-bestand met de juiste naam in deze map toevoegen. De velden zijn:</para>
<programlisting>[Desktop Entry]
Encoding=UTF-8 <lineannotation>This is fixed to <option>UTF-8</option> and
<para>Om een ander sessietype in te stellen, kopieert u het .desktop-bestand van de gegevensmap naar de configuratiemap en bewerkt u het. U kunt de meegeleverde sessietypes verwijderen door ze te <quote>overschaduwen</quote> met .desktop-bestanden die de regel "Hidden=true" bevatten. Voor de sessietypes "magic" zijn er standaard geen .desktop-bestanden aanwezig, maar &tdm; doet alsof ze er wel zijn, u kunt ze dus net als elk ander type vervangen. Ik denk dat u nu wel weet hoe u een nieuwe sessie kunt toevoegen. ;-)</para>
<para>&XDMCP; is de Open Group-standaard, het <quote>X Display Manager Control Protocol</quote>. Dit wordt gebruikt om verbindingen tussen systemen over het netwerk in te stellen.</para>
<para>&XDMCP; is nuttig in situaties waarin meerdere gebruikers een werkstation hebben en een krachtige server de benodigde systeembronnen levert om meerdere X-sessies te kunnen draaien. &XDMCP; is bijvoorbeeld een goede manier om oude computers te hergebruiken - een Pentium of zelfs een 486 met 16 Mb RAM is voldoende om X te kunnen draaien, en met behulp van &XDMCP; kan zo'n computer een complete moderne &kde;sessie vanaf een server draaien. Zodra op de server een enkele &kde;-sessie (of een andere omgeving) draait, zijn er voor volgende sessies weinig extra systeembronnen nodig.</para>
<para>Het toestaan van een andere aanmeldmethode op uw computer brengt echter vanzelfsprekend veiligheidsrisico's met zich mee. U zou dit alleen maar moeten doen als u X-Servers op afstand moet toestaan op uw systeem aanmeldsessies te starten. Voor gebruikers met een enkele &UNIX;-computer is dit niet nodig.</para>
<para>U kunt deze functie gebruiken om &tdm; op afstand te beheren. Het is vooral bedoeld voor gebruik door &ksmserver; en &kdesktop; vanuit een draaiende sessie, maar andere toepassingen zijn ook mogelijk.</para>
<para>De sockets zijn &UNIX;-domain-sockets die zich in submappen bevinden van de map die door <option>FifoDir</option>= gespecificeerd is. De submap is de sleutel voor adresseren en beveiligen; de sockets hebben allemaal de bestandsnaam <filename>socket</filename> en de rechten zijn <literal>rw-rw-rw-</literal> (0666). Dit is gedaan omdat sommige systemen niets aan de rechten van de socket-bestanden doen.</para>
<para>Er zijn twee soorten sockets: de globale (dmctl) en per-display (dmctl-<display>) (voor elke weergave apart).</para>
<para>De submap van de globale socket is eigendom van root, de submappen van de per-display-sockets zijn eigendom van de gebruiker van de sessie (root of de aangemelde gebruiker). Groepeigendom van de submappen kan ingesteld worden bij FifoGroup=, anders is dit root. De rechten van de submappen zijn rwxr-x--- (0750).</para>
<para>De velden van een commando worden door tabstops gescheiden (<token>\t</token>), de velden van een lijst worden door spaties gescheiden, letterlijke spaties in lijstvelden worden aangegeven door een <token>\s</token>.</para>
<para>Het commando wordt beëindigd met een teken voor een nieuwe regel <token>\n</token>).</para>
<para>Het zelfde gaat op voor antwoorden. Het antwoord bij succes is <returnvalue>ok</returnvalue>, mogelijk gevolgd door de gevraagde informatie. Het antwoord bij een fout is een errno (foutnummer) (⪚ <returnvalue>perm</returnvalue>, <returnvalue>noent</returnvalue>, &etc;) gevolgd door een langere uitleg.</para>
<para>Gebruiker op gespecificeerde display aanmelden. Als <parameter>now</parameter> gespecificeerd is, wordt een eventueel draaiende sessie ge-killed, anders wordt de gebruiker aangemeld nadat de sessie normaal afgesloten is. "session_arguments" zijn printf-achtige "escaped" tekens voor .dmrc. Niet-vermelde toetsen nemen de eerder opgeslagen waarden over.</para>
<para>De display wordt als vergrendeld gemarkeerd. Als de &X-Server; in deze situatie crasht, volgt er geen automatische heraanmelding, zelfs niet als die optie ingeschakeld is.</para>
<para>De draaiende sessie wordt hardhandig afgebroken. Er volgt geen automatische heraanmelding, maar er wordt wel een "login"-commando uitgevoerd.</para>
<para>Het commando <command>listbootoptions</command> en de optie <option>=</option> om het commando <command>shutdown</command> uit te voeren worden ondersteund</para>
<para><command>shutdown</command> wordt ondersteund en is teogestaan voor de vermelde gebruikers (een door komma's gescheiden lijst.) <returnvalue>*</returnvalue> betekent alle gebruikers die gemachtigd zijn.</para>
<para>Retourneert een lijst met draaiende sessies. Standaard worden alle actieve sessies vermeld. Als <parameter>all</parameter> gespecificeerd is, worden passieve sessies ook vermeld. Als <parameter>alllocal</parameter> gespecificeerd is, worden passieve sessies ook vermeld, maar alle binnenkomende sessies op afstand worden overgeslagen.</para>
<para>Elk sessie-item is een door komma's gescheiden tupel van:</para>
<para>Start een reserve-aanmeldscherm. Als er niemand zich binnen de gespecificeerde tijd aanmeld (standaard één minuut), wordt de display weer verwijderd. Wanneer de sessie op de dizplay wordt afgesloten, wordt de display ook verwijderd.</para>
<para>Alleen toegestaan op sockets van lokale displays en de globale socket.</para>
<para>Schakel naar een bepaalde VT (virtuele terminal). De VT kan rechtstreeks (⪚ <parameter>vt3</parameter>) of door de display die de VT gebruikt (eg; <parameter>:2</parameter>) gespecificeerd worden.</para>
<para>Alleen toegestaan op sockets van lokale displays en de globale socket.</para>
<para>Verzoek om een systeem-shutdown;; ofwel een reboot ofwel een halt/poweroff.</para>
<para>Voor de volgend start kan een OS (besturingssysteem) gespecificeerd worden uit de lijst die door <command>listbootoptions</command> geretourneerd werd.</para>
<para>Wanneer per-display-sockets om shutdowns verzoeken, worden deze uitgevoerd wanneer de huidige sessie op die displayu afgesloten wordt. Zulke verzoeken kunnen een dialoogvenster openen waarin om bevestiging en/of authenticatie gevraagd wordt.</para>
<para><parameter>start</parameter> is de tijd waarop de shutdown gepland staat. Als dit met een plus-teken begint, wordt de huidige tijd erbij opgeteld. Nul betekend onmiddelijk.</para>
<para><parameter>end</parameter> is de uiterlijke tijd waarop de shutdown uitgevoerd gaat worden als er nog steeds actieve sessies draaien. Als het met een plus-teken begint, wordt de begintijd erbij opgeteld. -1 betekent dat er eindeloos gewacht wordt. Als "end" voorbij is en er draaien nog steeds actieve sessies, heeft &tdm; één van de volgende mogelijkheden:</para>
<listitem><para><parameter>cancel</parameter> - annuleer de shutdown</para></listitem>
<listitem><para><parameter>force</parameter> - voer de shutdown hoe dan ook uit</para></listitem>
<listitem><para><parameter>forcemy</parameter> - voer de shutdown hoe dan ook uit als alle actieve sessies aan de gebruiker, die het verzoek doet, toebehoren. Alleen voor per-display-sockets.</para></listitem>
<para><parameter>start</parameter> en <parameter>end</parameter> worden in seconden gespecificeerd sinds het begin van het &UNIX;-tijdperk.</para>
<para><parameter>trynow</parameter> is een synoniem voor <parameter>0 0 cancel</parameter>, <parameter>forcenow</parameter> voor <parameter>0 0 force</parameter> en <parameter>schedule</parameter> voor <parameter>0 -1</parameter>.</para>
<para><parameter>ask</parameter> probeert een onmiddellijke shutdown uit te voeren en laat dit de gebruiker weten als er nog actieve sessies draaien. alleen voor per-display-sockets.</para>
<para>Annuleer een geplande shutdown. De globale socket annuleert de verwachte shutdown altijd, terwijl per-display-sockets de wachtrij met verzoeken annuleren.</para>
<para>(<returnvalue>global</returnvalue>|<returnvalue>local</returnvalue>) - verwachte shutdown vs. shutdown in wachtrij. Een lokaal item kan alleen door een per-display socket geretourneerd worden.</para>
<para>Rechtstreeks aansluiten. FifoDir wordt geëxporteerd als $<envar>DM_CONTROL</envar>; de namen van per-display-sockets kunnen uit $<envar>DISPLAY</envar> afgeleid worden.</para>
<para>Door het commando <command>tdmctl</command> te gebruiken (⪚ vanuit een shell-script). Typ <command>tdmctl</command> <option>-h</option> om meer informatie te vinden.</para>
<para>Omdat &tdm; afgeleid is van &xdm;, kan de <ulink url="man:xdm">&xdm; man-pagina</ulink> nuttige achtergrondinformatie bevatten. Voor problemen die aan X gerelateerd zijn, kunt u de man-pagina's <ulink url="man:X">X</ulink> en <ulink url="man:startx">startx</ulink> doorlezen. Als u vragen over &tdm; hebt die niet in dit handboek beantwoord worden, maak dan gebruik van het feit dat &tdm; onder de voorwaarden van de <abbrev>&GNU;</abbrev> General Public License geleverd wordt: kijk in de broncode. </para>
<para>&tdm; 0.1 is geschreven door &Matthias.Ettrich;. Latere versies tot &kde; 2.0.x zijn geschreven door &Steffen.Hansen;. De beschrijving van enkele nieuwe functies voor &kde; 2.1.x en een grootschalige herziening voor &kde; 2.2.x is gedaan door &Oswald.Buddenhagen;.</para>
<para>Andere delen van de &tdm;-code zijn copyright van de makers, en uitgegeven onder de voorwaarden van de <ulink url="common/gpl-license.html">&GNU; GPL</ulink>. Iedereen mag wijzigingen aan &tdm; maken en het resultaat opnieuw uitgeven zolang de namen van de oorspronkelijke auteurs vermeld worden.</para>
<listitem><para>Documentatie herschreven voor &kde; 2.2 door &Oswald.Buddenhagen; &Oswald.Buddenhagen.mail;. Laatste herziening: augustus 2001.</para></listitem>
<glossdef><para>De entropie van een systeem is de mate van zijn onvoorspelbaarheid. Dit wordt gebruikt gedurende het genereren van "random" (willekeurige) getallen.</para></glossdef>