<para>U kunt meer informatie vinden over &arts; in het algemeen door <userinput>help:/artsbuilder</userinput> te typen in de locatiebalk van &konqueror; of door te zoeken naar de &arts-builder; documentatie in &khelpcenter;. </para>
<para>Als deze optie is geselecteerd dan worden geluidsverzoeken van het netwerk gehonoreerd door de geluidsserver. Als deze optie niet is geselecteerd dan zal de geluidsserver geen verzoeken van het netwerk honoreren maar alleen van het systeem zelf.</para>
<term><guilabel>Uitvoeren met de hoogst mogelijke prioriteit (realtime-prioriteit)</guilabel></term>
<listitem><para>Als u deze optie activeert dan zal de geluidsserver een hogere prioriteit krijgen dan de andere processen op uw systeem. Dit vermindert problemen zoals onderbroken of stotterend geluid.</para>
<note><para>Bij deze optie hebt u misschien rechten nodig die u niet hebt als normale gebruiker.</para>
<para>Bovendien is deze optie afhankelijk van bepaalde real-time ondersteuning op uw systeem die misschien niet aanwezig is.</para>
<para>Als u niet de juiste rechten hebt of uw systeem heeft geen real-time ondersteuning dan hoort deze optie geen problemen op te leveren.</para></note></listitem>
<listitem><para>De schuifknop bepaalt hoe snel de geluidsserver uw systeembronnen kan gebruiken. Hoe sneller de responstijd, hoe hoger de <acronym>CPU</acronym>-belasting zal zijn.</para>
<tip><para>Er wordt u aangeraden om de geluidsserver in te stellen op 250ms en vervolgens &kde; een tijdje te gebruiken. Als u merkt dat het geluid niet lekker werkt dan verhoogt u de responsietijd met één stap tegelijk totdat het probleem verdwijnt.</para></tip>
<para>Normaal gesproken blokkeert &arts; de geluidskaart zodat andere toepassingen deze niet kunnen gebruiken. Als u deze optie activeert zal &arts;, indien deze gedurende een bepaalde tijd niets te doen heeft gehad, zichzelf in slaapstand zetten waardoor andere toepassingen toegang krijgen tot de geluidskaart. Als &arts; een nieuw verzoek krijgt dan zal het zichzelf uit de slaapstand halen en normaal verder gaan. Het selecteren van de optie kan een kleine vertraging met zich mee brengen wanneer u een &arts;-toepassing start.</para>
<para>Aan de onderkant van dit tabblad zijn twee knoppen, <guibutton>Geluid testen</guibutton> en <guilabel>MIDI testen</guilabel>, die u de mogelijkheid geven om de instellingen te testen.</para>
<para>De eerste optie op het tabblad <guilabel>Hardware</guilabel> is <guilabel>Geluidsapparaat selecteren:</guilabel> Dit vertelt &arts; welk geluidsapparaat gebruikt moet worden. De mogelijke keuzes zijn: <acronym>ALSA</acronym> (Advanced &Linux; Sound Architecture), <acronym>OSS</acronym> (Open Sound System), <acronym>ESD</acronym> (Enslightenment Sound Daemon), Geen audio invoer/uitvoer en Autodetecteren. In de meeste gevallen zal <quote>Autodetecteren</quote> geschikt zijn voor u.</para>
<listitem><para>Deze optie geeft de geluidsserver de mogelijkheid om tegelijkertijd geluid op te nemen en af te spelen. Deze optie dient u te selecteren als u programma's (zoals internettelefonie) gebruikt die gelijktijdig opnemen en afspelen ondersteunen.</para></listitem>
<para>Normaalgesproken gebruikt de geluidsserver standaard een sampling-rate van 44100 Hz (<acronym>CD</acronym>-kwaliteit) welke wordt ondersteund door bijna elke geluidskaart. Als u bepaalde geluidskaarten van Yamaha gebruikt, dan dient u mogelijk deze waarde te wijzigen in 48000 Hz. Als u een oude SoundBlaster-geluidskaart gebruikt zoals de SoundBlaster Pro, dan dient u dit mogelijk te wijzigen in 22050 Hz. Alle andere waarden zijn ook mogelijk en kunt u gebruiken in bepaalde situaties (zoals &bijv; voor professionele studio-apparatuur).</para>
<para>Let op: een hogere geluidskwaliteit zorgt voor een hogere <acronym>CPU</acronym> belasting.</para>
<para>Als u vindt dat het geluid traag is (te laat afspeelt of te lang doorgaat als u op stop klikt) of teveel <acronym>CPU</acronym> belasting geeft, probeer dan deze instelling te verlagen.</para>
<para>Normaalgesproken gebruikt de geluidsserver standaard het apparaat <filename class="devicefile">/dev/dsp</filename> voor geluidsuitvoer. Dat werkt in de meeste gevallen. Een uitzondering is als u gebruik maakt van devfs. Gebruik in dat geval <filename class="devicefile">/dev/sound/dsp</filename>. Andere alternatieven zijn: <filename class="devicefile">/dev/dsp0</filename> of <filename class="devicefile">/dev/dsp1</filename> als u een geluidskaart hebt die meerdere uitvoerkanalen ondersteunt of als u meerdere geluidskaarten hebt.</para>
<para>Als u vaak gebruikt maakt van toepassingen die niet voor &arts; zijn geschreven en u hebt een geluidskaart die het ondersteunt, probeer dan &arts; een ander apparaat te laten gebruiken dan <filename class="devicefile">/dev/dsp</filename>. Op die manier kunnen andere toepassingen gebruik maken van het standaard apparaat terwijl &arts; nog steeds draait, zonder dat er foutmeldingen optreden.</para>
<listitem><para>Er zijn sommige opties die worden ondersteunt door &arts; die niet beschikbaar zijn in deze module. Hier kunt u de commandoregel opties invullen zodat ze direct aan <application>artsd</application> worden gegeven. Deze opties zullen de keuzes die gemaakt zijn in de <acronym>GUI</acronym> overschrijven. Om te zien wat de mogelijke opties zijn opent u een &konsole; en typt u daar <userinput><command>artsd</command> <option>-h</option></userinput> in.</para>