Mike McBride Natalie Koning

nat@switch.demon.nl

Vertaler inhoudsopgaveInleiding In een groot document is een inhoudsopgave vaak noodzakelijk. &kword; kan inhoudsopgaven automatisch genereren. Om een inhoudsopgave te maken moet &kword; weten wat erin opgenomen moet worden. In het eerste deel van dit hoofdstuk wordt uitgelegd welke voorbereidingen nodig zijn om een foutloze inhoudsopgave te kunnen genereren. In het tweede deel wordt uitgelegd hoe de inhoudsopgave gemaakt wordt en hoe deze bijgewerkt kan worden. In het laatste deel vindt u aanwijzingen hoe het uiterlijk van de inhoudsopgave gewijzigd kan worden. inhoudsopgavevoorbereidingen &kword; gebruikt een methode die gebaseerd is op stijlen om te bepalen welke items in de inhoudsopgave zullen komen. Meer informatie over stijlen kunt u vinden in het gedeelte over Stijlen. De alineastijlen Kop 1, Kop 2 en Kop 3 worden gebruikt om het niveau in het document aan te geven. Kop 1 wordt gewoonlijk gebruikt voor hoofdonderwerpen. Kop 2 wordt gebruikt voor de deelonderwerpen van Kop 1. Kop 3 wordt gebruikt voor de deelonderwerpen van Kop 2. Als de stijlen toegepast zijn op de alineatitels kunt u de inhoudsopgave laten creëren. inhoudsopgavecreëren inhoudsopgavebijwerken Om de inhoudsopgave te creëren plaatst u de tekstcursor op de plaats waar de inhoudsopgave moet komen. Kies Invoegen Inhoudsopgave op de menubalk. &kword; zoekt nu alle alinea's die met de juiste stijl zijn opgemaakt en de bijbehorende paginanummers en maakt hier een inhoudsopgave van. Waneer de inhoudsopgave gemaakt is zal deze niet gewijzigd worden totdat &kword; de opdracht krijgt om de inhoudsopgave bij te werken. Om de inhoudsopgave bij te werken klikt u met de &LMB; ergens in de inhoudsopgave. Kies Invoegen Inhoudsopgave bijwerken op de menubalk. &kword; zal de oude inhoudsopgave vervangen door een nieuwe, bijgewerkte versie. inhoudsopgaveopmaak Het uiterlijk van een inhoudsopgave kan in &kword; ook veranderd worden door alineastijlen te gebruiken. De inhoudsopgave wordt opgemaakt met de alineastijl Teksttitel. Alle hoofdonderwerpen (die opgemaakt zijn met de stijl Kop 1), worden in de inhoudsopgave opgemaakt met de stijl Tekstkop 1. Alle deelonderwerpen (die met de alineastijl Kop 2 opgemaakt zijn), worden opgemaakt met de stijl Tekstkop 2. En tenslotte worden alle deelonderwerpen (die met de alineastijl Kop 3 opgemaakt zijn), nu opgemaakt met de stijl Tekstkop 3. Door de opmaak van deze stijlen te wijzigen kan het uiterlijk van de inhoudsopgave radicaal veranderd worden.