Mike McBride Natalie Koning

nat@switch.demon.nl

Vertaler In dit hoofdstuk kunt u alles vinden over het maken van een nieuw document, het opslaan van een document, het terugvinden van een opgeslagen document en het afdrukken van een document. nieuw document maken U kunt op vijf manieren een nieuw document maken: U kunt &kword; starten via het &kde;-menu. U kunt &kword; starten vanaf de commandoregel door het volgende te typen$kword & U kunt BestandNieuw op de menubalk kiezen. U kunt de sneltoetsen &Ctrl;N gebruiken. U kunt op op de werkbalk klikken. Welke methode u ook gebruikt, er verschijnt een dialoogvenster: In dit dialoogvenster hebt u de volgende keuzen: een nieuw bestand van een sjabloon maken een bestaand document openen een recent bestand openen &kword; onthoudt uw vorige keuze en gebruikt die keuze als de huidige standaardoptie. Om een nieuw bestand van een sjabloon te maken moet u eerst kiezen welke sjabloon u wilt gebruiken. Gebruik de pictogrammen aan de linkerkant van het dialoogvenster om een sjabloongroep te kiezen. Klik met de &LMB; om de groep te selecteren, de beschikbare sjablonen in die groep worden aan de rechterkant getoond. Sjablonen zijn ofwel voor paginaopmaak ofwel op tekst georiënteerd (zonder frames) . Als u wilt nalezen wat de verschillen zijn, kunt u hier klikken. Zodra u op een pictogram hebt geklikt, worden alle beschikbare sjablonen getoond. Elke sjabloon heeft een titel, op het pictogram erboven kunt u de globale indeling van de sjabloon zien. Bij &kword; worden vier standaard sjabloongroepen meegeleverd. U kunt nieuwe groepen toevoegen door externe sjablonen te installeren of door uw eigen sjablonen te creëren. Klik met de &LMB; op een sjabloon om deze te selecteren. De geselecteerde sjabloon wordt geaccentueerd. Bevestig uw keuze door op Deze sjabloon gebruiken te klikken. Er wordt nu een nieuw document van deze sjabloon gemaakt. U kunt ook op een sjabloon dubbelklikken, &kword; laadt dan direct deze sjabloon. Klik op de knop Bestaand document openen..., er verschijnt een nieuw dialoogvenster. Meer informatie over dit dialoogvenster kunt u vinden in Het dialoogvenster "Bestandsselectie" gebruiken. &kword; houdt bij welke documenten recentelijk bewerkt zijn. U kunt één van deze documenten selecteren door op het pictogram Recent document openen te klikken. In de lijst met recentelijk bewerkte bestanden klikt u met de &LMB; op het pictogram van het gewenste bestand. Klik daarna op Dit document openen. een document opslaan Wanneer u tekst of andere gegevens in een document ingevoerd hebt, wilt u het document waarschijnlijk op de harde schijf opslaan. &kword; kan een .pdf-bestand voor u creëren. Uitleg kunt u vinden in Hoe maak ik een .pdf-bestand? Het commando Opslaan kan op drie manieren aangeroepen worden: door BestandOpslaan op de menubalk te kiezen door de sneltoetsen &Ctrl;S te gebruiken door op op de werkbalk te klikken Na elk van deze methoden voert &kword; dezelfde actie uit. Wanneer u het commando Opslaan kiest, geeft u &kword; opdracht om het bestand met de huidige naam op te slaan. U krijgt niet de kans om de bestandsnaam of de locatie te veranderen. Als u de naam van het bestand of de plaats waar het wordt opgeslagen wilt wijzigen, moet u BestandOpslaan als... op de menubalk kiezen. Als u dit bestand nog niet eerder opgeslagen hebt, heeft het bestand nog geen naam. &kword; voert dan automatisch het commando Opslaan als... uit, zodat u het bestand een naam kunt geven. &kword; meldt niets als het opslaan succesvol was. Als het bestand zonder problemen opgeslagen is, kunt u direct weer verdergaan met het bewerken van uw document. U kunt verifiëren dat het bestand opgeslagen is door op de titelbalk te kijken. Als er onopgeslagen wijzigingen zijn, staat er [gewijzigd] op de titelbalk. Als het opslaan succesvol was, staat alleen de bestandsnaam op de titelbalk. Als er problemen bij het opslaan zijn, verschijnt er een foutmelding. een bestand opslaan met een andere naam Het commando Opslaan als... kan op twee manieren aangeroepen worden: door BestandOpslaan als... op de menubalk te kiezen door Opslaan te kiezen als dat bestand nog geen naam heeft Het verschil tussen de commando's Opslaan en Opslaan als... is, dat het commando Opslaan als... u de bestandsnaam, het bestandstype en de locatie laat kiezen. Het commando Opslaan slaat het bestand op zoals het is. Wanneer u Opslaan als... kiest, verschijnt er een dialoogvenster. Meer informatie over dit dialoogvenster kunt u vinden in Het dialoogvenster "Bestandsselectie" gebruiken. Wanneer u de map, waarin u het bestand wilt opslaan geopend hebt, kunt u een bestandsnaam in het tekstveld Locatie typen. &kword; kan een .pdf-bestand voor u creëren. Uitleg kunt u vinden in Hoe maak ik een .pdf-bestand? U hoeft geen .kwd aan de bestandsnaam toe te voegen, &kword; doet dit automatisch. &UNIX;-bestandsnamen zijn flexibeler dan die op veel andere besturingssystemen. Bestandsnamen kunnen: bijna elke lengte hebben uit elke combinatie van hoofd- en kleine letters bestaan spaties en leestekens bevatten Bestandsnamen kunnen beter niet: beginnen met een spatie of een punt eindigen met een bestaande extensie (.ps, .pdf, &enz;) Wanneer u de juiste informatie hebt ingevuld, klikt u op Opslaan om het bestand daadwerkelijk op te slaan. &kword; meldt niets als het opslaan succesvol was. Als het bestand zonder problemen opgeslagen is, kunt u direct weer verdergaan met het bewerken van uw document. Als er problemen bij het opslaan zijn, verschijnt er een foutmelding. &kword; laat u het bestand alleen opslaan als u schrijfrechten voor de map hebt. Als u probeert om een bestand op te slaan zonder de nodige schrijfrechten, geeft &kword; een foutmelding. een &kword;-bestand laden Het commando Openen... kan op vier manieren aangeroepen worden: door op het tabblad Bestaand document openen te klikken wanneer u een nieuw bestand wilt openen door Bestand Openen... op de menubalk te kiezen door de sneltoetsen &Ctrl;O te gebruiken door op op de werkbalk te klikken Na elk van deze methoden voert &kword; dezelfde actie uit. Wanneer u een bestand wilt openen, verschijnt er een dialoogvenster. Meer informatie over het gebruik van dit dialoogvenster vindt u in Het dialoogvenster "Bestandsselectie" gebruiken. U kunt dit dialoogvenster gebruikene om het bestand te vinden dat u wilt laden. Wanneer u het gevonden hebt, klikt u met de &LMB; op de bestandsnaam. Wanneer de bestandsnaam geselecteerd ik, klikt u op OK. Het bestand wordt geladen. Als u op Annuleren klikt, wordt het laden afgebroken. een document afdrukken Het commando Afdrukken... kan op drie manieren aangeroepen worden: door BestandAfdrukken... op de menubalk te kiezen door de sneltoetsen &Ctrl;P te gebruiken door op op de werkbalk te klikken Welke manier u ook gebruikt, er verschijnt een dialoogvenster. De keuzelijst Naam: toont de geselecteerde printer. Klik op de knop Eigenschappen om deze printer in te stellen. Klik op de keuzelijst om een andere printer uit de lijst te kiezen. De keuzelijst Naam: geeft u de volgende mogelijkheden: afdrukken naar een postscript-bestand of naar een PDF-bestand, afdrukken naar een fax-modem (om als fax te verzenden), of e-mailen als PDF-bestand. Als u een optie gekozen hebt, kunt u een bestandsnaam in het tekstveld Uitvoerbestand: invullen. De regel Status: vermeldt of uw printer aangesloten is en of de printer bezig is met printen. U kunt de informatie op deze regel niet wijzigen. De regels Type: en Locatie: vermelden welk soort printer geselecteerd is en de locatie van de printer. U kunt de informatie op deze regels niet wijzigen. De regel Toelichting: beschrijft de interactie tussen &kword; en uw computer (welk stuurprogramma en afdruksysteem gebruikt wordt). Klik op Afdrukken als u alle pagina's van uw document één keer wilt afdrukken. Klik op Opties >> als u het aantal kopieën wilt wijzigen of alleen bepaalde pagina's wilt afdrukken. Klik op Systeemoptie... om de printerinstelling en het afdruksysteem van &kde; te wijzigen. Afhankelijk van het afdruksysteem dat door uw computer gebruikt wordt, kunnen er meer afdrukopties beschikbaar zijn dan dat er hier beschreven worden. De opties die hier beschreven worden, zijn beschikbaar op de meeste systemen. Wanneer u op Opties >> klikt, verandert het dialoogvenster: Bij Paginaselectie kunt u kiezen om het document helemaal af te drukken (selecteer Alles), om alleen de pagina af te drukken waar de cursor zich bevindt (selecteer Huidige, of om een bepaald aantal pagina's af te drukken. Als u Bereik selecteert, vult u het paginabereik in het tekstveld in. (Bijvoorbeeld: 3-13). In de keuzelijst Afdrukbereik kunt u aangeven of &kword; de Even pagina's, de Oneven pagina's of Alle pagina's moet afdrukken. Bij Kopieën stelt u in hoeveel kopieën u wilt afdrukken. U kunt het aantal direct in het tekstveld typen of met behulp van de de schuifpijlen veranderen. &kword; kan maximaal 999 kopieën in één keer afdrukken. U kunt &kde; uw documenten laten sorteren door het keuzevakje Sorteren te markeren. &kde; drukt dan eerst alle pagina's voor de eerste kopie af, daarna alle pagina's voor de tweede kopie, &enz; Als dit keuzevakje niet gemarkeerd is, drukt &kde; alle kopieën van de eerste pagina af, daarna alle kopieën van de tweede pagina, &enz; U kunt ook bepalen of het document van voor naar achter afgedrukt wordt (de eerste pagina wordt het eerst afgedrukt), of in omgekeerde volgorde (de laatste pagina wordt het eerst afgedrukt). Als u op Opties << klikt, wordt het dialoogvenster weer zonder extra opties weergegeven. Wanneer u tevreden bent over de instellingen, klikt u op OK om te beginnen met afdrukken. Als u op Annuleren klikt, wordt het afdrukken afgebroken.